Cheers in Oost
Arnoud Wolff | Frederik Hendrikstraat
Café Primus kent als bruine kroeg geen gelijke in Oost. En het goede nieuws: de nieuwe eigenaren Hans-Jan en Neeltje, broer en zus, koesteren dit culturele erfgoed op de hoek van de Jan van Scorelstraat. De winnende formule geen-muziek, geen-bediening blijft intact: alle aandacht naar het goede gesprek en gezellig samenzijn.
Neeltje (41) is geboren in het voormalige Antonius Ziekenhuis recht tegenover Primus. Ze begon als schoonmaker in Primus en stond later jarenlang achter de toog. Haar broer kroop als veertienjarige ‘kelderrat’ al door de krochten van de kroeg om fusten aan te sluiten. Ze kennen de (haar)vaten van de kroeg. “Acht jaar geleden ontmoette ik mijn Engelse vriend, in Primus uiteraard, en sindsdien woon ik in Engeland. Maar Primus bleef in mijn hart, op familiebezoek spraken we hier altijd af. Dat ik met mijn broer de kroeg van Loes mag overnemen is een droom die uitkomt.”
Huiskamer
Stamgasten (zoals haar vader, dominee Joop Spoor) hoeven niet te vrezen voor grote veranderingen. “We houden dat Cheers-gevoel vast, die knusse huiskamer waar iedereen naar believen binnenvalt. We frissen het op, met name de wc’s, kleden het achterzaaltje meer aan en voegen wellicht lokale bieren toe aan het assortiment. En op sociale media delen we vaker wat hier gebeurt. Maar verder: vooral lekker kletsen en genieten van lekkere speciaalbieren.”
los kader naast het artikel
Ernst van der Pas is stichter van Jan Primus: “We vierden als groot gezin jaarlijks vakantie in België en raakten er verslingerd aan speciaalbieren. Dozen bier namen we mee terug, om thuis in de Frans Halsstraat proeverijen te organiseren. Samen met mijn broer Jan opende ik in 1974 een kroeg met Belgische speciaalbier op fles en tap, de eerste in ons land. De naam verwijst naar de eerste Hertog van (Belgisch) Brabant en Limburg: Jan Eén (1252-1294), ook wel Jan Primus genoemd, een goedlachse, gulle levensgenieter met voorliefde voor bier. We verkochten Primus tien jaar later aan Dikke Willem, omdat gezinsleven en kroeg niet samen gaan. Maar ik woon er schuin tegenover en kom er nog graag!”