De Universiteit Utrecht ziet af van de verkoop van haar locatie aan de Prins Hendriklaan, de oude Kromhoutkazerne. Goed nieuws voor University College Utrecht (UCU) én voor Koningsdag Oost.
Ingehaald door de realiteit
In 2019 maakte de universiteit bekend haar vastgoedportefeuille te willen verkleinen en het terrein met gebouwen te verkopen. Maar volgens UCU-directeur Sjoerd Bosgra hebben politieke en financiële ontwikkelingen dat plan ingehaald. “Het hoger onderwijs moet fors bezuinigen. Een nieuwe campus opbouwen past simpelweg niet meer binnen het budget. Bovendien is ons eigen kantinegebouw, de Dining Hall, in 2024 aangewezen als Jong Monument. En dan is er nog het feit dat de studentenwoningen eigendom zijn van woningcorporatie Lekstede Wonen, en dus niet van ons. Dat maakt verkoop lastig.”
Populair bij buitenlandse studenten
Terwijl andere opleidingen kampen met teruglopende interesse van internationale studenten en daardoor financiële zorgen hebben, blijft UCU aantrekkelijk. “We hadden lange tijd vijf aanmeldingen per studieplek; nu zijn dat er nog steeds vier,” legt Bosgra uit. “Utrecht is dus onverminderd populair. We zijn de oudste bacheloropleiding in zijn soort in Nederland en bieden het breedste studieprogramma. Maar wat vooral aanspreekt is deze prachtige, historische campus midden in Utrecht Oost. Studenten en oud-studenten spreken er met trots over. En dat ze het oerhollandse Kingsday letterlijk in hun voortuin meemaken, vinden ze – net als wij – geweldig.”
Investeren in de toekomst
De universiteit geeft wél aan dat ze deze locatie intensiever wil gaan gebruiken. Geen probleem, volgens Bosgra. “Die ruimte is er. En het biedt ook mogelijkheden om weer te investeren in duurzaamheid en kwaliteit van onze gebouwen en faciliteiten, want dat werd door alle onzekerheid vertraagd. Wij en onze studenten en medewerkers kijken dan ook met vertrouwen naar de toekomst.”
University College Utrecht
Op de campus aan de Prins Hendriklaan studeren 750 studenten uit binnen- en buitenland. University College Utrecht werd in 1998 opgericht als eerste bacheloropleiding naar Angelsaksisch model in Nederland. Studenten wonen verplicht op de campus in de eerste twee jaar; in het derde jaar mogen ze ook een plek elders in de wijk zoeken. De campus biedt daarnaast faciliteiten voor sport, cultuur en ontmoeting.
