‘Toen ging de deur van de gele pipowagen open en daar, ja boven aan het trapje, stond iemand.‘ Het nieuwe boek van Jules Groenendaal begint mysterieus. De titel is De Moestuin, en dat is niet zomaar een lekker klinkende titel. Jules werkt al 20 jaar als vrijwilliger bij de gelijknamige zorgboerderij met groene winkel aan de Laan van Maarschalkerweerd, naast de sportvereniging Kampong. In zijn boek vertelt hij verhalen over het leven op de boerderij, de historie van het tuinderij en de geheimen van tuinieren.
Jules Groenendaal, schrijver van het boek De Moestuin. Foto: Arnoud Wolff
Kunstliefhebbers opgelet! Op 23 en 24 september kun je in de stad 120 ateliers bezoeken. Ook in Oost gaan de deuren open: op 18 locaties ben je in onze wijk van harte welkom om kennis te maken met kunstenaars en de plek waar hun creativiteit vorm krijgt. Organisator van deze jaarlijkse Atelierroute is Kunstliefde, een genootschap dat in 1807 (!) is opgericht en zich sindsdien inzet voor de kunst in de stad. De Atelierroute is een landelijk initiatief, sinds 2007 doet ook Utrecht mee. Het hele programma met alle deelnemende ateliers en kunstenaars vind je op: www.atelierrouteutrecht.nl. En kijk hier voor het overzicht van deelnemende ateliers en kunstenaars in Oost.
Wandelroutes De organisatie heeft ook een aantal fiets- en wandelroutes uitgezet zoals het ‘kunstzinnige’ ommetje Oost (5 km) door de Schildersbuurt en Abstede. Deze route voert o.a. langs de grote groene poort aan de Adriaen van Ostadelaan 54 die toegang geeft tot een honderd jaar oud pand, lang geleden een tassenfabriek. Het is tegenwoordig opgedeeld in atelierruimtes voor 12 kunstenaars waar hard gewerkt wordt aan schilderijen, beelden, mozaïeken, sieraden en foto’s. Nergens vind je zo’n creatieve energie als op dit idyllische binnenterrein! Dat is ook de charme van de Atelierroute: je bezoekt bijzondere, goed verborgen plekken in je eigen buurt.
De kunstenaars die ateliers hebben in de oude tassenfabriek Adriaen van Ostadelaan 54 – foto: Arnoud Wolff
Vrolijke en vooral kleurige figuren paraderen over de zijgevel van het hoekpand in de Mulderstraat. Het is een opvallende, energieke creatie, de nieuwe muurschildering van Philip Lindeman. Als je over de Nachtegaalstraat fietst of loopt kun je ‘m dan ook moeilijk missen. Bron van inspiratie is het 50-jarige jubileum van winkelcentrum Hoog Catharijne.
Jubileum Hoog Catharijne Philip is opgeleid tot grafisch vormgever en illustrator, woont in Utrecht en maakt vooral illustraties voor tijdschriften en kranten. Maar muurkunst is hem niet vreemd. “Ik ging al vroeg met spuitbussen op pad om graffiti te maken. In mijn illustratiewerk voor Nederlandse en buitenlandse media gebruik ik nog steeds die krachtige vormen, kleuren en optimistische energie die graffiti eigen is. Tof om dat op deze plek weer eens in het groot te kunnen doen.”
Vrolijke, feestelijke parade “Ik kreeg de opdracht via Ground Breakers, een reclamebureau dat werkt voor het jubilerende winkelcentrum Hoog Catharijne. Het was gelukkig een vrije opdracht, daarom sluit deze schildering aan op mijn bestaande illustratiewerk. Wie goed kijkt ziet dat ik er typische winkelproducten in heb verwerkt, zoals een bril, hamburger, sneaker, boeken en parfum. Maar ik wilde vooral een vrolijke, feestelijke parade maken.”
Veel reacties uit de buurt Door de grootte en de opvallende kleuren trok het project al tijdens de uitvoering veel bekijks, wat niet gek is zo dichtbij de drukke winkelstraat. “Ik kreeg veel reacties terwijl ik op de hoogwerker aan het werk was. Voorbijgangers maakten foto’s en gaven duimpjes, de hele dag door. Veel lachende kinderen ook, die beneden stonden te gissen welke figuren ik daar hoog boven hun hoofden aan het schilderen was. Enkele buurtbewoners vonden het wel jammer dat de oorspronkelijke bakstenen muur uit beeld is, ook die lieten dat merken.”
Eerst even doodlen “Soms was er verwarring, omdat de uiteindelijke schildering afwijkt van de eerste schets op de muur. Maar dat is mijn werkwijze: ik zet eerst willekeurige lijnen en vormen over de muur, even doodlen noem ik dat. Dat geeft me dan later houvast als ik het echte ontwerp vanaf een papier in het groot moet overzetten op de muur. Ik sta namelijk zo’n beetje met m’n neus op de muur, door het doodle grid weet ik waar ik ben en kan ik doorpakken. Met het eindresultaat ben ik zeer tevreden.”
Muurschildering van Philip Lindeman op de hoek Mulderstraat – Nachtegaalstraat. Foto: Arnoud WolffFoto: Arnoud WolffFoto: Pierre ZylstraFoto: Pierre Zylstra
Wil je zien hoe chirurgen met robots opereren? Hoe onderzoekers nieuwe medicijnen ontdekken? Of wil je zelf proefjes doen in een echt laboratorium? Bezoek dan de Utrecht Science Week (29 sept – 08 okt), een event waar je een kijkje kan nemen bij het ziekenhuis, de onderwijsinstellingen en diverse andere locaties op het sciencepark, in Utrecht en omgeving. Leerzaam voor jong en oud!
Knappe koppen De Utrecht Science Week is een initiatief van het Utrecht Science Park, de vroegere Uithof. Inmiddels zitten er rondom het ziekenhuis, de universiteit en de hogeschool bijna honderd organisaties, waar 30.000 mensen dagelijks werken aan een gezonde, duurzame samenleving. Op deze vierkante kilometer vind je een uniek samenbundeling van duizenden talentvolle studenten, ervaren artsen, (internationale) onderzoekers en zeer vaardige laboranten. Dagelijks worden hier ontdekkingen gedaan die het leven van mens en dier verbeteren.
Wonderen van de wetenschap Maar, wát doen al die onderzoekers nu de hele dag? Tijdens de Utrecht Science Week kun je kennis maken met de wereld van onderzoek en wetenschap. Een hele week lang gaan de deuren open. Zo kun je tijdens het Ziekenhuis van de Toekomst (maandagavond 2 oktober) zien hoe robots en augmented reality brillen chirurgen helpen om nóg beter te opereren. En hoe nieuwe technologie MRI-scans sneller en stiller maakt. In kleine groepjes ga je onder begeleiding van studenten op ontdekkingstocht door het ziekenhuis. Bekijk hier de teaserfilmpjes. En in het Weekend van de Wetenschap (7 en 8 oktober) kunnen vooral kinderen hun hart ophalen: op tientallen locaties op het Utrecht Science Park kunnen ze proefjes doen, video’s kijken, workshops volgen en échte professoren ontmoeten die je meenemen in de wonderbaarlijke wereld van de wetenschap.
Programma (29 sept – 08 okt) Bekijk op de website van de Utrecht Science Week het hele programma. In het blokkenschema kun je precies zien welke activiteit wanneer plaats vindt, en voor wie het geschikt is. Sommige onderdelen zijn voor een breed publiek, andere meer voor artsen en wetenschappers. Dat is ook de charme van het festival: bewoners – jong en oud – en specialisten die samen op zoek gaan naar antwoorden op de vragen van deze tijd. Let op: voor de meeste programmaonderdelen moet je inschrijven.
De eerste flat van Utrecht én een nieuw woonconcept: Het Nieuwe Woonhuis, opgeleverd eind 1923. Het initiatief kwam van een groep middenstanders (leraren, winkeliers en ambtenaren) die zich verenigden om zelf (uiteindelijk) 84 gestapelde woningen te kunnen bouwen. Niet alleen om de kosten te drukken (na de eerste wereldoorlog waren huizen en bouwmaterialen schaars en dus duur), maar ook om meer samen te leven, ze hadden een sociaal ideaal. Die sfeer is een eeuw later grotendeels behouden: het verloop is laag, bewoners doen veel samen.
Geen geriefelijkheden De twee woonblokken langs de Rembrandtkade (48 woningen) en Albert Neuhuijsstraat (36 woningen) zijn gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School. Meest kenmerkend zijn de uitgebouwde, halfronde portieken. In 2001 is het complex uitgeroepen tot rijksmonument. Bij de oprichting van de bouwvereniging hadden de aanstaande bewoners meer luxe in gedachten, zoals gezamenlijke badruimtes en keukens, boodschappenliften, elektra en centrale verwarming. Maar de gemeente, die een bouwsubsidie verleende, zette door al die ‘geriefelijkheden’ een streep. Een dak boven je hoofd vonden de hoge heren al voldoende luxe …
Samen wonen Het sociale ideaal bleef wel overeind. Er kwamen huisregels om het samenwonen te bevorderen en te bewaken. Zo mocht je de was niet op het balkon laten drogen, en bepaalde de vlagcommissie – tot op de dag van vandaag – wanneer en hoe de vlag uit moet. De woningen zijn in 1997 overgegaan naar Bo-ex, omdat een grootscheepse renovatie noodzakelijk was, iets wat de bewoners zelf niet konden behappen. Het sociale aspect bleef behouden door een actieve bewonersvereniging. Huurders dragen bijvoorbeeld gezamenlijk zorg voor het publieke groen rondom het complex.
Eeuwfeest De aanmelding is wél veranderd: nieuwe huurders hoeven niet langer langs de ballotagecommissie, maar melden zich aan via Woningnet. En eigenaar Bo-ex heeft inmiddels een kwart van de sociale huurwoningen naar de vrije sector overgeheveld, wat tot een hoger verloop leidt. Niettemin is er nog voldoende Woonhuisgevoel voor een spetterend eeuwfeest, zaterdag 23 september op de Rembrandtkade.
Lees meer over Het Nieuwe Woonhuis in het jubileumboek (Geschiedenis van Utrechts Eerste Flats, 1919-1994) uit 1994.
Het Nieuwe Woonhuis aan de Rembrandtkade begin 1924 – foto: Het Utrechts Archief Boven het net opgeleverde woonblok Het Nieuwe Woonhuis langs de Minstroom, rechtsboven de nieuwe Aloysiuskerk. Op de voorgrond de Emmakliniek met uitzicht op het Wilhelminapark – Het Utrechts ArchiefHobbemaplantsoen (toen nog zonder het beeld van Jan van Scorel) met linksachter het woonblok van Het Nieuwe Woonhuis aan de Albert Neuhuijsstraat @1925 – Het Utrechts ArchiefTekening Albert Neuhuijsstraat door overbuurvrouw Marina CosterJubileumboekje uit 1994
Henk Tennekes woont in de Gerard Doustraat en zet zich in voor kinderen in een Keniaanse Leprakolonie. In de volksmond heet het dorpje Tumbé, ‘uitschot’, want zo worden lepralijders daar genoemd én behandeld. De armoede is er groot. Deze week kreeg Henk bezoek van de Keniaan Peter Ochiel, de bevlogen oprichter van de Action Ministry, die door onderwijs kinderen uit de kolonie een toekomst wil geven.
Door stigma leven in armoede Aan lepra kleeft in Kenya nog altijd een groot stigma: wie er aan lijdt wordt ver weggestopt en uitgesloten van werk en scholing. Zelfs als je genezen bent, of als kind nooit lepra hebt gehad, rest een leven in armoede in de kolonie, zover reikt de ‘vloek’. Via zijn dochter, die als vrijwilliger voor Students For Children in de kolonie heeft gewerkt, kwam Henk in contact met Peter Ochiel. “Het lot van deze arme mensen, vooral de kinderen, raakte me diep. En hoe Peter Ochiel daar verandering in probeert te brengen door o.a. scholen op te richten, vind ik geweldig.”
Onderwijs biedt toekomst Deze week maakt Peter Ochiel een rondreis langs donateurs in Nederland. “Lang geleden hebben twee Nederlandse artsen in dat Keniaanse dorpje een lepraziekenhuis opgericht. De ziekte is inmiddels grotendeels uitgebannen en het ziekenhuis is ontmanteld, maar de ex-patiënten en hun (klein)kinderen wonen nog in de kolonie. Door het stigma kunnen ze simpelweg nergens anders heen. Ik geloof sterk dat ieder mens iets kan doen om het leven van een ander positief te beïnvloeden. Daarom onze naam Action Ministry: we komen in actie om deze mensen waardigheid en een toekomst te geven, bijvoorbeeld door scholen op te richten.”
Zelf meditatiebankjes maken Voor het onderwijs van kinderen heeft Action Ministry geld nodig. Henk helpt mee met eigen acties: hij maakt en verkoopt meditatiebankjes. “Bij Stichting Tafelboom koop ik resthout op van gekapte Utrechtse bomen. In mijn schuurtje zaag en timmer ik er bankjes van. De opbrengst komt via mijn Stichting Keti Utulie (‘zit en relax’ in het Keniaans) 100% ten goede aan schoolgeld, eten en onderdak voor kinderen in de leprakolonie. Zo wil ik het goede werk van Peter Ochiel steunen.”
De meditatiebankjes zijn te koop via de website van de stichting Keti Utulie. Henk maakt en verkoopt voor hetzelfde goede doel ook zitkussens, yogamat-tassen, omslagdoeken, beeldjes en klankschalen. Ook donaties zijn welkom op de rekening van de stichting, zie onderstaande QR-code.
Henk Tennekes met Peter Ochiel, de Keniaanse oprichter van Action Ministry – Foto: Arnoud Wolff
De nieuwe fietsroute naar het Utrechts Science Park is klaar en de kruising aan het begin van de Platolaan is opnieuw ingericht. Toch staat er nog een roadblock op de Platolaan, fietsers moeten nog geduld hebben. De oorzaak ligt verderop, bij de stoplichten op het Sciencepark.
Inregelen van de stoplichten Volgens de projectmanager was het doel om het nieuwe fietspad op 4 september, dus vóór de start van het academisch seizoen, in gebruik te nemen. “Helaas zijn we flink vertraagd, omdat de verkeersregelinstallatie (VRI, de stoplichten) bij de fietsovergangen Sorbonnelaan en Padualaan is gekoppeld aan de tramoversteken. Vanwege het nieuwe fietspad moet de VRI daar opnieuw worden ingeregeld, een hele klus. De tram mag tijdens de werkzaamheden niet rijden, dus zijn we gebonden aan de (tramloze) weekenden. Om de drie betrokken aannemers tegelijkertijd op één dag in een weekend in te plannen blijkt vooralsnog lastig. We mikken nu op het weekend van 1 oktober. Tot die tijd mag de fietsroute om veiligheidsredenen niet open, ook niet deels. Heel vervelend, we vragen hiervoor begrip.”
Fietspad tot de wetenschap Het weinig gebruikte fietspad langs de Weg naar de Wetenschap aan de huizenkant van Rijnsweerd is verbreed, zodat daar – net als aan de zwembadkant – fietsverkeer naar en van naar het Sciencepark in twee richtingen mogelijk wordt. Fietsers vanuit de wijk moeten wél al ver voor het kruising op de Platolaan schuin oversteken om op dat fietspad te komen. Een ingewikkelde constructie, zie de witte pijlen op het plaatje. De gemeente wil met deze nieuwe route studenten, werknemers en bezoekers die met de fiets van centraal station naar het Sciencepark reizen meer snelheid en comfort bieden. Ze hoeven de drukke kruising bij de Platolaan, waar ook de tram rijdt, niet meer over te steken. Fietsers, auto’s en voetgangers richting zwembad, Amelisweerd, stadion Galgenwaard en de sportvelden van Kampong moeten de kruising nog wél over, voor hen verandert er niks. De nieuwe fietsroute is doorgetrokken tot aan het universiteitsterrein. Lees hier het hele plan.
Twijfels over veiligheid In de zogenaamde reactienota zijn alle kritiekpunten van bewoners en belangengroepen verzameld, met een reactie van de gemeente. De fietsersbond blijkt zeer tevreden met de nieuwe route, bewoners en de voetgangersvereniging afdeling Oost (VVUO) minder. Zij merken op dat er op de Weg tot de Wetenschap straks twee brede fietspaden liggen, een autoweg en een trambaan. Maar géén voetpad. Ook de ruimte voor buurtbewoners om over te steken naar zwembad, tramhalte, Amelisweerd en sportvelden wordt minder. Er zijn grote twijfels over de verkeersveiligheid met al die kruisende verkeersstromen. De gemeente weerlegt de kritiek door te stellen dat ‘lopen’ buiten de reikwijdte van dit ‘fietspad’-project valt, en het belang van de vele fietsers hier sowieso zwaarder weegt dan dat van (lopende) bewoners …
Kritiek op de inspraak Uit de reactienota blijkt ook dat een groep bewoners rond de Wim Sonneveldlaan ontevreden is over het inspraakproces. Blijkbaar heeft de gemeente de plannen afgekaart met een zogenoemde Klankbordgroep Rijnsweerd die mocht kiezen uit 9 mogelijke routes. Maar niemand weet wie de leden zijn en waarom juist deze variant is gekozen. De ‘Sonneveldlaan’ vreest dat de ontsluiting vanuit hun buurt, zowel met auto als met de voet, door de nieuwe fietsroute wordt beperkt, zeker in spitstijden.
‘Mijn droom is dat ik later Sinterklaas wordt‘, zo stond er vorig jaar geschreven op een kaartje in de Ruilboom, het schattige appelboompje bij de ingang van het Rietveldhof. In totaal hingen buurtgenoten en voorbijgangers 120 wenskaartjes op. “De appels zijn weer rijp om geplukt te worden, in ruil voor een wens of droom”, vertelt bewoner Geert Bakker. “Als de herfst begint hangt dit lieve appelboompje altijd vol appels. Hoe leuk zou het zijn als je een droom mag ophangen in ruil voor een heerlijk appeltje? Daarom zet ik samen met mijn overbuurvrouw Jess van de Griend een doos met lege kaarten en een pen op de tafel naast de boom. Met de opdracht: pluk een appel, deel je droom.”
Kinderwensen “Hier op de hoek met de Prins Hendriklaan passeren veel mensen, ook toeristen richting het Rietveldhuis en buitenlandse studenten van het University College. In de boom hangen daardoor wensen in meerdere talen. Ook kinderen weten de boom te vinden, ze staan soms minutenlang te lezen en hangen hartverscheurend wensen op als ‘Ik hoop dat er geen oorlog komt, want ik wil vrede‘. Maar ze delen ook echte kinderwensen, zoals ‘dat ik politie wordt‘ of ‘om in minecreft (een computergame) te zijn‘. Dit jaar ook veel wensen om jezelf te mogen zijn, een thema dat erg leeft onder jongeren.”
Elke buurt een Ruilboom “We verzamelen alle wensen op de facebookpagina van de Ruilboom. Hoewel we stiekem hopen dat er een toverfee meeleest en dromen in vervulling laat gaan, zijn we al tevreden als mensen even stil staan bij de wensen van anderen, en mogelijk die van zichzelf. Voorbijgangers en bewoners ontmoeten elkaar bij de boom. Ze lezen kaartjes voor, met een lach, soms ontroerd. Of ze zijn eenvoudigweg nieuwsgierig: hangt er al een nieuw kaartje? De boom brengt mensen bijeen, laat zien wat belangrijk is in het leven. Daarom is onze droom dat elke buurt een Ruilboom krijgt. Carpe Diem, Carpe Fructum!”
Verteller Theo Visser zal tijdens het maandelijkse Cultuurhistorisch Café uit de doeken doen hoe onze levendige wijk zonder kerkelijke invloed (mogelijk) nog steeds slechts woeste grond zou zijn. Een historisch verhaal over een eeuwenoude dam, de vergeten Abdij in Abstede, een geheime schuilkerk achter de Abstederdijk, bouwstrijd tussen gereformeerden en hervormden, de Roomse en Rooie Dominee aan de Maliebaan en andere legenden in Oost. En waarom staat er eigenlijk een Anglicaanse kerk aan het Van Limburg Stirumplein in Oudwijk?
Wie wil weten welke kerken in Oost zijn gebouwd – en soms weer afgebroken – en waarom ze op soms merkwaardige plekken staan, schuift vrijdag 29 september aan in het drukbezochte en altijd zeer gewaardeerde Cultuurhistorische Café in De Wilg.
Programma Tijd: vrijdag 29 sept vanaf 16:30 uur (inloop 16:15) Toegang gratis (bar open na afloop); Locatie: De Wilg (Mecklenburglaan 3-5) Organisatie: Oost Voor Elkaar
Het maandelijkse Cultuurhistorische Café wordt elke laatste vrijdag van de maand georganiseerd door de wijkcoöperatie Oost Voor Elkaar in ontmoetingscentrum De Wilg. Een prachtige locatie, want dit voormalige schoolpand, gebouwd in Amsterdamse Stijl, heeft zélf een spraakmakende historie.
Anglicaanse kerk net na de bouw in 1913 (Van Limburg Stirumplein, Oudwijk) – foto: Het Utrechts Archief
Het kindvriendelijke Rijnsweerd is één grote speelplek vol (klim)bomen, grasveldjes en spannende sluip-door-kruip-door gangetjes. Met centraal een ruim schoolplein van de Daltonschool om bijvoorbeeld te voetballen. Toch ontbrak nog een veilige, overzichtelijke speelplek voor kinderen tot 12 jaar. Door inzet van de bewoners Merel van Doorn en Wenneke Bombeld hebben de allerjongsten (en hun ouders) sinds deze zomer een eigen speelparadijs langs de Weg tot de Wetenschap.
Kinderen kozen zelf de toestellen Wat gelijk opvalt: de toestellen zijn gemaakt van hout. Een bewuste keuze, volgens de initiatiefnemers Merel en Wenneke. “We hebben veel overlegd met de gemeente, ook over de materialen. We zochten aansluiting bij de organische, natuurlijke vormen die je veel ziet in onze buurt. Het is ook een mooie plek, zo onder de bomen en naast het grasveld. Rondom is wel een hek geplaatst, omdat we dicht op het nieuwe fietspad en de drukke Weg tot Wetenschap zitten.”
Nieuwe vriendschappen De kinderen mochten zelf kiezen welke toestellen ze wilden. Het duikelrek en de mandschommel bleken de grote favorieten, maar ook de wiebelbrug is populair. “Je kunt er lekker op wiebelen en zelf spelletjes bedenken”, vertelt een enthousiaste Lauren, voordat ze weer wegrent om met haar vriendinnen in de schommelmand te springen. “De speelplek is nog nieuw, maar we zien nu al dat het spelen verbindt”, zeggen beide ouders. “Kinderen komen uit alle delen van de buurt, dat is leuk om te zien, er ontstaan snel nieuwe vriendschappen. Ook ouders leren elkaar hier kennen, zo’n speelplek krijgt echt een buurtfunctie. We willen er daarom ook verantwoord mee omgaan. Met de kinderen is afgesproken dat ze de speelplek zelf schoonhouden. Van de wijkadviseur hebben ze daarom handige afvalknijpers gekregen.”
De Eerste Stap De aanvraag voor de speelplek is drie jaar geleden ingediend, corona en lokale verkiezingen zorgden echter voor vertraging. “Maar het contact met de gemeente verliep al die tijd prettig, de wijkadviseur dacht echt mee. Ze deed een zogenaamde buurtscan en daaruit bleek ook dat er hier te weinig speelplekken waren. De aanlegkosten zijn betaald uit het Initiatievenfonds Oost. De enige voorwaarde was voldoende draagvlak in de buurt. De precieze locatie is dan ook bepaald in overleg met de direct aanwonenden én kunstenaar Helma Rens, ontwerper van het grote rode kunstwerk bij de ingang van de Wim Sonneveldlaan. Het heet ‘De Eerste Stap’, gemaakt in 1988, maar de naam past grappig genoeg goed bij deze jonge speelplek.”
Initiatiefnemers Wenneke Bombeld en Merel van Doorn met kinderen in de nieuwe speelplek Rijnsweerd. In de achtergrond het rode kunstwerk ‘De Eerste Stap’ – foto: Arnoud Wolff