Hoe vaak komt het voor dat bewoners in elke straat in Nederland zich het hoofd breken over dezelfde ethische dilemma’s? Door het Coronavirus werden wij allemaal geconfronteerd met lastige afwegingen: wel of niet een boodschap halen in de iets te krappe buurtsuper? Je kind wel of niet naar de crèche brengen? Wel of niet langs opa en oma fietsen? In tijden van social distancing bleek er meer dan ooit behoefte aan nabijheid. Dus gingen we videobellen met collega’s, familie en vrienden.
Daarnaast bleek een goede buur beter dan een verre vriend. Zo heeft onze straat veel balkons en voortuintjes. Door het aanhoudende mooie weer waren we veel buiten, soms in onze voortuintjes, soms op straat. Ook hier was het aftasten en afwegen; wat kan wel, wat kan niet?
Toen op een zaterdagmiddag er versterkte muziek klonk uit een van de voortuinen, nam een aantal straatgenoten het initiatief tot “#blijfthuisGDbalkonmuziek”. Een grote hit! Sindsdien genieten we om de week van een gezamenlijke Spotify afspeellijst met verschillende thema’s als songfestival, Nineties, France Chansons, metal en Nederlandse hits. Ook Koningsdag en 5 mei hebben we – binnen de grenzen van wat mogelijk was in tijden van Corona – met elkaar op straat gevierd.
De term social distancing is eigenlijk verkeerd gekozen! We deden aan physical distancing, en sociaal hielden we juist zo mín mogelijk afstand. In een fijne buurt kan dat.
Deze column verscheen in de Oostkrant van september 2020
Annelien Bredenoord was op moment van schrijven hoogleraar Medische Ethiek aan het UMC Utrecht en Universiteit Utrecht. Daarnaast is ze senator en fractievoorzitter van D66 in de Eerste Kamer. Ze woont met vrouw Ayla en zoon Luca in de Gerard Doustraat