Utrechtsche Asphaltfabriek

De Utrechtsche Asphaltfabriek kreeg in 1889, toen nog onder de naam firma Stein en Takken, een vergunning voor een asfaltfabriek tussen de Kromme Rijn en de Gansstraat. Gijsgert Takken (1862-1929) was een handelaar in brandstoffen, Max Stein (1861-1892) een zoon van een Duitse asfaltfabrikant. De Gansstraat was als uitvalsweg naar Bunnik en Wijk bij Duurstede een gunstige vestigingsplek voor industriële bedrijven. Zo zaten naast de asfaltfabriek ook dechouthandel Kivit, een aantal garagebedrijven en meerdere smederijen.
Deze asfaltfabriek wordt vaak verward met de concurrent de Eerste Nederlandse Asphaltfabriek, later Gurtzgen & Van Straaten, aan de Zonstraat. Deze firma werd opgericht door de Duitser August Gurtzgen, de schoonvader van de jong overleden oprichter Max Stein.

Groot fabrieksterrein
Stein en Takken maakte voornamelijk asfaltpapier (dakbedekking) uit steenkoolteer, een restproduct van de grote gemeentelijke gasfabriek die stond waar nu het Griftpark ligt. Transport ging via de Stadsbuitengracht en de Kromme Rijn. De asfaltfabriek had als bijproducten naphtaline, parafinelak en creoline. Het fabrieksterrein was groot met enorme tanks voor teeropslag, vier distilleerketels, koelbakken, draaiketels voor de productie van asfaltpapier, eigen watertoren en magazijnen voor opslag. Eén van de magazijnen, het witte depotgebouw aan Gansstraat 132 (bouwjaar 1906), staat nog overeind. Het is tegenwoordig een woonhuis.

Verwoestende brand
In 1918 brandde de fabriek grotendeels af. Een verslaggever meldde dat zelfs ‘de rivier in brand stond’. Grote angst was dat de vlammen over zouden slaan naar omliggende bedrijven en de naburige gevangenis. Het gevolg was een enorme bodemvervuiling tot wel 13 meter diep. Het grondwater was zelfs tot op 50 meter vervuild. Sindsdien reinigde een speciaal gebouwde zuiveringsinstallatie aan het Tolsteegplantsoen jarenlang het grondwater. Tot op de dag van vandaag is het terrein opgenomen in het bodemsaneringsprogramma van de gemeente Utrecht en wordt jaarlijks gecontroleerd. Op het gesaneerde terrein verrees een nieuwe woonwijk met onschuldig klinkende straatnamen als Fuut- en IJsvogelhof.

Sluiting en sanering
Teerasfalt werd eind 20ste eeuw verboden en vervangen door asfalt op basis van aardolie (bitumen). De fabriek sloot haar deuren in 1934. Alleen een depot voor opslag en verkoop bleef in bedrijf tot 1981. Op het voormalige fabrieksterrein liggen nu de Eendstraat en IJsvogelhof.

Afbeelding uit 1913, helemaal links het bewaard gebleven witte depotgebouw. Om de fabriek imposanter te laten lijken is een breed perspectief gekozen en de Kromme Rijn afgebeeld als imposante rivier – Foto: Het Utrechts Archief
Het witte voormalige depotgebouwen – Foto: Het Utrechts Archief
De brand in 1918 – Foto Het Utrechts Archief