Steen voor familie Meijers

“Dit is m’n kans!” De ogen van Riek Hoefsmit (98 jaar) lichten op, als ze terugdenkt aan het krantenartikel dat ze in 2019 onder ogen kreeg. “Ik las dat een aantal scholieren van het Bonifatiuscollege onderzoek deed naar in de oorlog gedeporteerde Utrechtse Joden. De leerlingen wilden via crowdfunding struikelstenen plaatsen ter nagedachtenis aan deze families. Ik moest onmiddellijk denken aan de familie Meijers, die destijds in de Paulus Potterstraat woonde. Wat zou het mooi zijn als er voor de deur van hun toenmalige woning óók twee struikelsteentjes geplaatst konden worden.”

Schoenen afleveren
Riek woont nog altijd in Utrecht Oost. Ze is een dochter van wijlen Johan Peer, die jarenlang een schoenmakerij had op de Jacob van Ruisdaelstraat. Toen op nr. 80, na de hernummering 112 (zie archieffoto). Daar start haar herinnering aan de familie Meijers. “Ik weet nog heel goed dat ik een paar schoenen moest afleveren, een klusje dat ik vaker deed voor mijn vader. Ik was toen een jaar of 16. De familie was een goede klant. Mevrouw Meijers deed open. Ik herinner het me zo goed, omdat ik onhandig het kleingeld liet vallen. Niet veel later moest de familie vluchten en besefte ik dat ze de schoenen wellicht zelden gedragen zullen hebben.”

Familie moet vluchten
De familie Meijers bestond uit vier personen. Vader Lion en moeder Renée, de dochters Lya en Elly. Op 18 april 1943 (de dag nadat Lya 7 en Elly 4 jaar geworden waren), werden de meisjes bij hun ouderlijk huis opgehaald door het echtpaar Jan en Wilhelmina van Hilten (uit Utrecht), goede vrienden van hun ouders. Er werd gezegd dat ze een paar dagen weg zouden gaan en dat ze hun ouders daarna weer zouden ontmoeten. Maar dat is nooit meer gebeurd …

Gevaar rond de Maliebaan
Achter op de fietsen van het echtpaar werden de meisjes naar hun eerste veilige adres gebracht bij de weduwe Ridder-den Hartogh op de Ramstraat. Zij bestierde er een pension. Een gevaarlijke plek zo vlakbij de Maliebaan met alle nazi hoofdkwartieren. Het stikte in de buurt van de Duitsers. Daarom bracht ze de zusjes elders onder: Lya bij een doktersgezin in Amersfoort en Elly bij haar eigen dochter Wijntje Griffioen-Ridder, op een boerderij bij Baambrugge.

Onafscheidelijk
Hun ouders, Lion en Renée Meijers, vluchtten in 1943 naar Brummen, hun geboortedorp. Zij vonden er een onderduikadres. Daar werden ze voor 7,50 (gulden) per ‘hoofd’ verraden door een meisje dat verkering had met een Duitser. In 1944 zijn ze – gescheiden van elkaar – in een concentratiekamp vermoord, respectievelijk 36 en 30 jaar oud. Pas na de oorlog zagen de zusjes Lya en Elly elkaar weer. In de jaren 50 emigreerden ze naar Amerika. Ze zijn onafscheidelijk tot op de dag van vandaag.

Struikelstenen geplaatst
Riek vertelt verder: “De oproep voor de crowdfunding bracht alles weer naar boven. Ik heb een persoonlijke brief geschreven en ben langs de deuren van de Paulus Potterstraat gegaan met het verzoek om mee te doen met de crowdfunding, opdat de struikelstenen gelegd konden worden. Heel fijn dat het gelukt is. Ik had rond die tijd ook een zeer waardevol contact met het Bonifatiuscollege, de leerlingen en een aantal bewoners van de Paulus Potterstraat.

Reactie vanuit Amerika
Tot mijn grote verrassing werd ik op een dag vanuit Amerika opgebeld door een enthousiaste en ontroerde Lya Frank-Meijers. Zij had gehoord dat er vóór het huis van haar ouders op de Paulus Potterstraat – ter herinnering aan hen – struikelsteentjes geplaatst zouden worden. Met Lya en Elly (in Californië) heb ik sindsdien nog geregeld contact.”

Zoon Bart van de familie Griffioen heeft het hele onderduikverhaal van Elly en Lya meeslepend opgeschreven.

Mevrouw Hoefsmit bij de struikelstenen voor de familie Meijers in 2019
Mevrouw Hoefsmit samen met Elly en Lya – foto Marijke Hoefsmit 2019
Een interview met Elly en Lya
Schoenmakerij Peer op de Jacob van Ruisdaelstraat 80 (nu 112) – foto: archief familie Hoefsmit @1953