Auteursarchief: Oostkrant

Speelplek Sterrenzicht

Wijkwethouder Eva Oosters opende vandaag de opgeknapte speelplek bij buurthuis Sterrenzicht. Blikvanger is een wit speelhuisje met rood dak, een ontwerp van kunstenaar Monique Broekman. Het verwijst naar de tijd dat Sterrenwijk nog bestond uit witte noodwoningen (met rode daken), in de volksmond het Witte Dorp genoemd. Het speelhuisje is onderdeel van het project ‘Kunst voor Sterrenwijk‘.

Oude filmbeelden
Op het speelhuisje zijn beelden van interieurs gefreesd die in een archieffilm over de sloop en nieuwbouw van Sterrenwijk zijn te zien. Ze geven een inkijkje in het leven in ’t oude ‘Wijk’. De film staat hieronder.

Wijkwethouder Eva Oosters en kunstenaar Monique Broekman (met bloemen) tussen de kinderen van Sterrenwijk – Arnoud Wolff
Het ‘Witte Dorp’ in 1975, vlak voor de sloop – Het Utrechts Archief
Unieke filmbeelden nieuwbouw Sterrenwijk eind jaren 70 – Het Utrechts Archief

Speelplek Bloemstraat

De Speelplek op de hoek van de Bloemstraat en Kweekstraat in Oudwijk ziet er weer tiptop uit. Op initiatief van ouders is de ondergrond vernieuwd, zijn enkele toestellen opgeknapt en nieuwe geplaatst. Tot groot plezier van de kinderen én ouders in de buurt.

Eekhoornnest en trampoline
De initiatiefnemers Nynke, Tara, Marleen en Els laten trots het resultaat zien van alle inspanningen: “De vieze donkere rubbertegels zijn vervangen door kunstgras. Met bloemetjespatroon hè, want dit is wél de Bloemstraat”, zeggen ze lachend. “Omdat niet alle speeltoestellen waren afgeschreven, kon de gemeente niet alles vervangen. De oude schommel en duikelrek kregen wel een (groen) likje verf. Nieuw zijn een eekhoornnest, speelhuisje en ingegraven trampoline. We hebben met de buurt zelf het hekwerk rondom de speeltuin opnieuw geverfd. Het ziet er allemaal weer fris en fruitig uit. We kregen ook een nieuwe picknicktafel en een bankje, dus ouders en oudere buurtbewoners kunnen hier lekker in het zonnetje zitten.”

Buurt in actie
Om een speelplek op te knappen moet je als buurt wel in actie komen. “We hebben 90 handtekeningen opgehaald en met bewoners uitvoerig overlegd. Toen hebben we via het gemeentelijke initiatievenfonds een aanvraag ingediend. De gemeente heeft het opgepakt en betaald. Dat we zelf ook de handen uit de mouwen hebben gestoken, droeg wel bij aan het enthousiasme van de gemeente. En heel aardig, het initiatievenfonds heeft zelfs de partytent voor deze feestelijke openingsdag betaald.”

Foto: initiatiefnemers en kinderen bij het nieuwe speeltoestel – Arnoud Wolff

Speeltuin De Bloesem

“Voetballen, klimmen en hutten bouwen”, schreeuwen Goos, Pien en Pieter door elkaar heen op de vraag wat ze het liefste doen. Ze spelen graag in Speeltuin de Bloesem in Oudwijk, die al sinds 1937 bestaat. “Ik ben hier bijna elke dag”, zegt Goos enthousiast.

Hutten bouwen
Ook Pieter komt hier vaak, met de BSO, net als Pien. Hij vindt bouwen het leukst. “We krijgen hier een gereedschapskist met spijkers, hamers en een zaag om van pallets een hut te maken. “Elke keer een nieuwe hut, want de oude wordt weer afgebroken. Pien: “Als we tegen de boom aanbouwen, is het bijna een boomhut!” Goos: “Soms sla je met de hamer mis op je duim, dat doet pijn.”

Liever voetballen
Pieter is de fanatiekste huttenbouwer. “Er zijn oudere kinderen die nóg betere hutten bouwen. Dat zijn onze huttenaartsvijanden. Ik zou graag échte stenen, verf en touw krijgen om nóg beter te kunnen bouwen.” Goos voetbalt eigenlijk liever: “Pieter en ik hebben samen een keer doelen getimmerd, een win-win, want ik wilde voetballen en hij bouwen.”

Foto: Michael Kars

Speelplek Piet Heinhof

Een fijne en veilige speelplek voor kinderen, dat was de wens van bewoners in het buurtje rondom de Piet Heinstraat. Met de renovatie van de verwaarloosde Piet Heinhof ging die wens in vervulling.

Toen Hanneke Masselink-Duits zeventien jaar geleden in de Piet Heinstraat kwam wonen, een zijstraatje van de Abstederdijk, stonden er basketbalpalen op het hofje. “Vanwege overlast door hangjongeren werd het hofje afgesloten”, vertelt ze. “Later werd het dankzij een buurtinitiatief ingericht als speelplek. Echt tot leven kwam het pas tijdens de coronapandemie, toen we meer thuis waren.”

Nieuw speeltoestel
De speelplek kon echter wel een opknapbeurt gebruiken. Samen met haar buurtgenoten Rian Meddens en Marleen van Haren maakte Hanneke een plan om het hofje aantrekkelijker te maken. Ze deden een aanvraag bij het initiatievenfonds van de gemeente, en begin dit jaar was het zo ver. Er kwam een nieuw speeltoestel en klimplanten langs de hekken. De rubberen tegels maakten plaats voor gras. De schommels en de picknicktafels bleven, net als de kleurrijke muurschildering.

Hanneke dook ook in de historie van het hofje. “In de vorige eeuw was dit een schoolplein van een jongensschool. De Piet Heinhof was dus oorspronkelijk al een speelplek. Heel fijn dat het opgeknapt is en kinderen hier weer lekker kunnen spelen.”

Kinderen op het nieuwe speeltoestel met op het bankje Hanneke en Rian – foto: Mirjam Bedaf

Regentesseschool

Het openbare schoolplein van de Nieuwe Regentesseschool aan de Kerkstraat is geheel vernieuwd. Steen en tegels maakten plaats voor groen en houten speeltoestellen. Leerlingen mochten meehelpen bij het ontwerpen en aanleggen van het plein.

Onder het bladerdak van de eeuwenoude plataankijkt leerkracht Janneke Bakker tevreden toe hoe kinderen klauteren op het stoere klimtoestel en druk in de weer zijn met de waterpomp in de nieuwe wadi (regenopvang). “Bewegen is goed voor de motoriek, en lekker buitenspelen komt ook de leerprestaties in de klas ten goede.”

Meer speeluitdaging
Toen het oude speeltoestel werd afgekeurd en zelfs de wipkip afbrak, zag de school de kans schoon om het matig onderhouden plein grondig op de schop te nemen. “In plaats van al die grijze tegels, wilden we meer groen en biodiversiteit, meer schaduw in de hete zomers, minder herrie, minder plassen na hoosbuien en vooral méér speeluitdaging voor de kinderen. Het vergde veel overleg met de buurt, subsidiegevers en de gemeente, maar het resultaat is geweldig!”

Handen uit de mouwen
Leerlingen mochten mee ontwerpen: groepen 1 en 2 dachten na over de zandbak, 3 en 4 bedachten de wadi met waterpomp en 5 t/m 8 tekenden de klim- en speeltoestellen. Na overleg met het onderwijsteam en de buurt, gingen de professionele ontwerper en bouwer met alle ideeën aan de slag. Duurzaamheid stond daarbij voorop volgens Janneke: “We hebben alle materialen hergebruikt. Zo is het amfitheater voor buitenles opgetrokken uit de oude pleintegels. De leerlingen hebben ook geholpen met het sjouwen van materialen en het planten van bollen en struiken. Het voelt als hún plein.”

Plein voor de buurt
“We zien nu veel meer kinderen, ook uit de buurt, die hier na schooltijd spelen. We vinden het leuk als ook omwonenden hier in de zomer komen genieten van de zon, of juist van de koelte onder de plataan. We hebben een écht buurtplein willen maken.”

Foto: Michael Kars

Van Alphenplein

Casper en Simon, beiden acht jaar oud, zijn beste vrienden. Ze wonen bij het Van Alphenplein in Oudwijk Noord. Ze lazen in de vorige krant over Suze en Merijn, en willen graag vertellen over hún buurt.

“Het liefst spelen we met Lego! En op het plein voetballen we, doen we tikkertje of bouwen we hutten. Helaas mogen we van drie bewoners niet in het bosje spelen.” Volgens Simon mag dat ook van de gemeente niet, maar daar is Casper het niet mee eens: “Volgens mij vindt die dat wél goed.” Ook de bomen bij het voetbalveld zijn verboden terrein. “Maar daar spelen we stiekem”, roepen ze eensgezind. Ondanks de strenge ‘pleinbewakers’ zijn ze blij met hun buurt. Simon: “Er wonen hier veel kinderen. We kunnen lekker buitenspelen, want er zijn weinig auto’s.” Casper vindt ook Sint Maarten en Koningsdag leuk: “Dan gaat deze wijk écht helemaal los en zijn er veel mensen op straat.”

Graag minder honden
Zijn er ook verbeterpunten? “Meer gras rondom het veld”, zegt Casper. “Nu ligt er vooral zand en dat wordt modder als het regent.” Simon ergert zich aan de honden die uitgelaten worden: “Die rennen het veldje op en pakken onze bal af. Zo verpesten ze het hele spel. En er ligt echt heel vaak hondenpoep op het veldje, dat is vies!” Casper vult aan: “Er ligt ook veel rommel op het plein. En laatst gooiden de oudere jongens vuurwerk in de prullenbak!” Zeggen ze daar dan iets van? Casper: “Jawel, maar ze luisteren niet.” Als het kon, wat zouden ze de burgemeester vragen om te veranderen? Simon: “Minder honden op het plein.” En Casper: “Minder afval. En een goede plek waar we hutten kunnen bouwen.”

Foto: Michael Kars

Jouw droomspeeltuin?

De populaire speeltuin in het Wilhelminapark heet sinds kort Trui van Lier Speelkwartier, een ode aan de verzetsstrijder die 150 Joodse kinderen veilig door de oorlog leidde. Dankzij crowdfunding in de buurt kreeg de speeltuin twee stoere sierbogen en een herdenkingsbord. Het enthousiasme in de buurt was zo groot, dat er geld over is om nieuwe speeltoestellen toe te voegen. En de kinderen mogen daarover meebeslissen! De ontwerper vraagt daarom om jullie suggesties. Hoe ziet jouw droomspeeltuin eruit? Maandag 13 mei kun je die vertellen in een online meeting (via Teams). Goed om te weten: de speeltuin krijgt het spannende thema Afrikaanse savanne en safari en er komen in ieder geval twee reusachtige leeuwinnen. Die staan voor Trui en Jet, die in de oorlog samen en met grote moed de crèche Kindjeshaven beheerden.

Maandag 13 mei
Tijd: 18:30 – 20:00 uur
Plaats: online (Teams)
Via de whatsappgroep ‘Trui van Lier Speelkwartier’ krijg je 13 mei de link toegestuurd. Meld je hier aan.

Het Trui van Lier Speelkwartier heeft twee stoere sierbogen – foto: Arnoud Wolff

Bevrijdingsverhalen

Wie in Oost de bevrijding heeft meegemaakt, of wie opgroeide in de jaren direct na de oorlog, is van harte welkom in Schwellengrebel op zondag 5 mei. Jolien Hemmes van Stichting Vlam organiseert daar een bijeenkomst om herinneringen aan die bijzondere tijd te delen. Wat gebeurde er op de dag van bevrijding? En in de maanden daarna? Welke verhalen vertelden je (groot)ouders over deze memorabele dag? Deze ochtend is ook een aanrader voor jongere generaties die willen horen over die tijd. Er is ook een foto-expositie over die tijd met beeldmateriaal uit het Utrechts Archief en privé collecties.

Zondag 5 mei 2024
Tijd: 11:00 – 13:00 uur
Locatie: Schwellengrebel
Toegang: gratis

Bevrijders rijden op 7 mei 1945 via Rijksweg 22 (nu: Waterlinieweg) Oost binnen en worden feestelijk ontvangen door bewoners van de Laan van Minsweerd – foto: Het Utrechts Archief

Upcycle je oude fiets

Sportvereniging Kampong heeft sinds kort een nieuwe buur: Fietshub De Maarschalk, een plek waar wielerclubs verzamelen voor bijvoorbeeld een ritje Heuvelrug of rondje Lek. Werkplaats Cyclehub verricht er reparaties, uitgevoerd door fietsenmakers in opleiding.

Fietsenmakers in de leer
Patrick Kila is leermeester bij Cyclehub, een initiatief van de Tweewieler Academy. “In onze werkplaats begeleiden we leerlingen in de leeftijd van 20 tot 64 jaar, veelal zij-instromers via het UWV of re-integratietrajecten. Ze vertrekken hier met een erkend certificaat. De fietsenbranche zit te springen om vakmensen, ze kunnen overal terecht. Fijn dat we hier leerlingen én fietsers kunnen helpen.”

Heel Utrecht Fietst
De fietsenmakers van Cyclehub knappen ook tweedehands fietsen op en maken ze rijklaar voor Heel Utrecht Fietst. Deze stichting wil zo veel mogelijk Utrechters laten fietsen, ook stadsgenoten met een kleine beurs. Houders van een U-pas kunnen hier voor 30 euro een tweedehands fiets kopen. “Oost is daarom van harte welkom om een ongebruikte fiets of werkende fietsonderdelen te doneren. Onze leerlingen maken er weer een soepel draaiende tweewieler van. We zijn open maandag t/m vrijdag van 09:00 tot 17:00 uur (zaterdag tot 16:00 uur).”

Locatie: google maps
Meer info: www.heelutrechtfietst.nl
Auteur: Sandra Röling

Leermeester Patrick (rechts) en vaste medewerker Yari – foto: Sandra Röling

Maliebaanstation

Oosterspoorlijn
De Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM) opende op 10 juni 1874 op de Oosterspoorlijn Hilversum – Lunetten een station aan de landelijke oostkant van Utrecht, het Maliebaanstation. Een paradepaardje om te kunnen concurreren met de andere spoorlijnen die stations aan de westkant van de stad hadden. Aanvankelijk had HIJSM de Oosterspoorlijn gepland over de singel en dwars door het Zocherpark, maar dat ging na protesten van burgers en gemeenteraad niet door. Wel moesten voor de nieuwe locatie hoveniers en de villa van weduwe Ram plaats maken. In de beginjaren maakte ook concurrent Staatsspoorwegen gebruik van het Maliebaanstation o.a. als verbinding tussen haar zuidelijke en noordelijke netwerk. Zij maakte er zelfs een opstapplaats van voor de (nacht)trein naar Brussel en Parijs. Het Maliebaanstation kreeg internationale grandeur!

Teloorgang
Het Maliebaanstation werd minder druk toen de HIJSM in 1885 op de Biltstraat een halte opende voor de nieuwe stoptrein naar Hilversum. Via deze halte konden reizigers makkelijk overstappen op de paardentram tussen Zeist en de Binnenstad. Om die reden werd deze aanvankelijk eenvoudige halte snel populair ten koste van de volgende stop, het Maliebaanstation. Later verdween ook de klandizie van de Staatsspoorwegen toen die in 1890 fuseerde met NRS (Nederlandsche Rhijnspoorweg), de latere NS. Deze nieuwe combinatie investeerde fors in het station aan de westkant van de stad, het latere Utrecht C.S. De genadeklap voor het passagiersvervoer naar het Maliebaanstation kwam in 1907 met het opheffen van de Utrechtse paardentram die op het voorplein van het Maliebaanstation een grote halte en stallen had. Het station verviel tot rangeerterrein voor goederenvervoer.

Zwarte bladzijde
In de oorlog kreeg het station tijdelijk een militaire functie o.a. voor transport van Duitse verlofgangers. Zwarte bladzijde in de geschiedenis zijn de twee treinen waarmee in 1942 honderden Utrechtse Joden zijn gedeporteerd. Over de oorlogsjaren is in het Spoorwegmuseum (geopend in 1953) een speciale afdeling ‘Beladen Trein’ ingericht.i

Petje af
Na de oorlog zat in het station korte tijd het Bureau Van Gevonden Goederen van de spoorwegen met bijvoorbeeld meer dan 50.000 (nooit opgehaalde) petten en hoeden in de opslag. Overigens was de paraplu het meest vergeten voorwerp.

Museum
Sinds 1953 doet het station dienst als Spoorwegmuseum. In 2003 is het hele pand gerestaureerd en zoveel mogelijk terug gebracht in de staat van 1874, inclusief de huisstijlkleur zalmroze.

Maliebaanstation in 1880 – Foto: Collectie Spoorwegmuseum
Postbesteller, bokkenkar en een paardenrijtuig van vervoerder Van Gend & Loos in 1895 – Het Utrechts Archief
Halte Biltstraat, opgewaardeerd in 1908 – Het Utrechts Archief
Na de oorlog fungeerde het ongebruikte station als Bureau Van Gevonden Goederen
De ijzeren luchtbrug voor voetgangers tussen Bolstraat en Eerste Baanstraat, gebouwd in 1900 en – onder zwaar buurtprotest – afgebroken in 1967 – Het Utrechts Archief
Schoolplaat met sfeerbeeld – Collectie Spoorwegmuseum @1880