Auteursarchief: Oostkrant

Tram naar Oudwijk

Eind 19de eeuw breidde de stad uit buiten de singels. Toenmalig Burgemeester Reiger wilde nieuwe woonbuurten als Oudwijk verbinden met de oude binnenstad, liefst met een elektrische tram, die sneller, schoner en stipter was dan de paardentram.

Op 15 juni 1907 vertrok tramlijn 2 vanaf het stationsplein met bestemming Oudwijk. Via de singel, Maliebaan, Baanstraat (in 1911 hernoemd tot Burgemeester Reigerstraat) en vervolgens linksaf de huidige Van Limburg Stirumstraat in, bereikte de tram het keerpunt Museumbrug. Een enkeltje kostte 5 cent, in de avond gold dubbel tarief. Diezelfde dag vertrok ook lijn 3 die vanaf het stationsplein de noordelijke route nam via Weerdsingel en Wittevrouwensingel naar de Maliebaan en dan in het spoor van lijn 2 naar keerpunt Museumbrug. Beide lijnen versmolten na een jaar tot de nieuwe ringlijn 2 waarmee je voortaan een heel rondje binnenstad-Oost-NoordOost kon maken.

Populair gezinsuitje
Toen de Burgemeester Reigerstraat werd doorgetrokken richting het Wilhelminapark, kon het trambedrijf in 1915 ook de snelgroeiende Schildersbuurt erachter aandoen. De tram reed voortaan via de Koningslaan rechtsom het Wilhelminapark (halte Emmakliniek), en vervolgens over de Colignybrug, linksaf de Rembrandtkade op, (vanaf 1924 rechtgetrokken via Hobbemastraat en Jan van Scorelstraat) en dan via de Prins Hendriklaan (halte Antonius Gasthuis) en de Stadhouderslaan langs het Rosarium richting Museumbrug. Door deze extra slinger rond het park groeide lijn 2 uit tot een populair gezinsuitje. In de weekenden puilden de rijtuigen uit, mede vanwege de publiekstrekker Rosarium (geopend in 1913) die op de route lag. Kassa voor het trambedrijf!

Laatste ronde
Met de opkomst van de lijnbussen in de jaren twintig braken de magere jaren aan voor de tram. Een aftakking in 1930 (Lijn 3, met een wissel in de verhoogde Julianalaan) bracht passagiers via de Adriaen van Ostadelaan naar het nieuwe Diakonessenhuis en in 1936 zelfs naar het nieuwe voetbalstadion Galgenwaard. Maar deze expansie mocht niet baten: op 30 september 1938 vertrok de laatste tram naar Oost.

[i] Bron: De tram in Utrecht, Dr. A. van Hulzen (uitgeverij Matrijs)

Tramlijn 2 reed in de jaren 30 door de Stadhouderslaan – Het Utrechts Archief
Lijn 3 | Julianalaan, het verhoogde spoor met muurtjes is nog te zien – 1930
Lijn 3 | Ostadelaan 1933
Lijn 2B | Jan van Scorelstraat (waar nu Café Jan Primus zit) – 1938
Tramspoor Hobbemaplein – 1923
Tramspoor door Van Limburg Stirumstraat – 1905

Oud muuranker van de bovenleidingdrager (Wilhelminapark), een relikwie van de oude tramlijn – foto: Michael Kars

Ooit & Nooit

In de etalage van de tweedehandswinkel Ooit & Nooit staan vier gedichten. Niet voor de verkoop, maar om even bij stil te staan. Ze zijn van de hand van Tara van Utrecht, die samenwerking zocht met de eigenaresse van de winkel, Hanneke van Kuik. Het resultaat is een kleurrijke expositie met de titel ‘De Smaak van Oktober’.

Contact met de buurt
De tweedehands kledingwinkel in de Wagenstraat bestaat in haar huidige vorm drie jaar. Hanneke neemt ooit of nooit gedragen kwaliteitskleding in (“wel kwaliteit, geen H&M”) en hangt het in de rekken voor wie een goede, tweedehands outfit zoekt. “Via mijn etalage leg ik contact met de buurt, daarom besteed ik daar het hele jaar door veel aandacht aan. De gedichten van Tara passen mooi in de herfstsfeer, een jaargetijde waar we allebei iets mee hebben. Zo leuk als een voorbijganger even stopt en in de etalage tuurt. Het levert spontane gesprekjes op, in of buiten de winkel, en dat vind ik zeer waardevol, zeker in deze tijd.”

Herfstkleuren
Ook voor Tara is de etalage een bron van inspiratie. “Hanneke bleek net als ik geraakt te worden door de kleuren van oktober, vooral de waaier aan bruin- en oranjetinten. We hebben de kleding, gedichten en enkele van mijn houtsculpturen bij elkaar gezocht om deze bijzondere sfeer te maken. Ik hoop dat voorbijgangers en klanten dat herfstgevoel met ons delen. Ik kreeg al fijne reacties op de gedichten en daar ben ik best trots op. Eerder dit jaar had ik een expositie in de bibliotheek (‘Ode aan een Stad’), met veel bezoekers, maar hier in de Wagenstraat wordt mijn kunst écht gezien. Het is persoonlijker, en dat past ook beter bij me.”

Hanneke en Tara voor de etalage met de expositie ‘De Smaak van Oktober’ – foto: Arnoud Wolff

Tweede leven Rode Beuk

Op 11 februari 2020 werd de doodzieke bruine beuk (bijnaam: de Rode Beuk) gekapt. De monumentale boom die 177 jaar fier tussen de Emmalaan en het Wilhelminapark stond, was uitgegroeid tot dé boom van Oost. Een jonger exemplaar heeft het gat inmiddels gevuld. Houtbewerker De Tafelboom nam de oude beuk onder haar hoede: de boom werd in dikke plakken gezaagd en toen ruim twee jaar te drogen gelegd. Nu, in het jubileumjaar van het Wilhelminapark, vindt de boom haar weg terug naar de buurt: het blad van de nieuwe stamtafel in Podium Oost (4 bij 1 meter) is gemaakt van hout van de bruine beuk. En dat voelt voor de vaste bezoekers van het onlangs geheel opgeknapte buurtcentrum nóg meer als thuiskomen.

De bruine beuk (bijnaam: Rode Beuk) in volle glorie
Twee jaar lang in 8cm dikke plakken drogen achter restaurant LE:EN op Rotsoord – foto: Arnoud Wolff

Kinderopvang De Villa

Ouders die zélf een kinderopvang runnen? Op zeven crèches in Nederland, waarvan 5 in Utrecht, kan dat. De oudste is De Villa aan de Mgr. van de Weteringstraat, en die bestaat al ruim een halve eeuw. De Villa vangt kinderen op in de leeftijd 1- 4 jaar. Zo’n twintig gezinnen doen mee. Er zijn geen betaalde krachten, ouders passen zelf bij toerbeurt op.

Veel buiten spelen
Lisa is een ouder die ‘meedraait’, zoals ze dat bij De Villa noemen: “Deze opvang is kleinschalig en heeft een ruim pand met grote tuin. Ouders bepalen zelf de dag- en weekindeling. Zo kiezen we er voor dat de kinderen veel buiten spelen. Bij een grote keten is de invloed van ouders beperkt. En ik vind het fijn om van nabij te zien hoe mijn kinderen samenspelen en zich ontwikkelen. Bovendien houden we de kosten beperkt door alles zelf te doen, wat overigens wel betekent dat je ook administratie, communicatie, bestuur etc zelf moet doen.”

Huiswerk voor ouders
De regelgeving voor kinderopvang is – zoals in zoveel branches – de laatste jaren strenger geworden, de administratie ingewikkelder, kunnen ‘amateurs’ dat behappen? Volgens ‘Papa Marnix’ redden ze zich prima. “We voldoen aan dezelfde regels qua hygiëne, GGD, EHBO, pedagogiek en veiligheid. Dat betekent wél huiswerk voor ouders, we moeten ons continu bijscholen en onderling goede afspraken maken. Maar we hebben alle taken goed verdeeld, de inspectie is dik tevreden. Natuurlijk is het makkelijker om je kind bij een opvang van een grote keten aan te melden, maar je geeft dan behalve de regeldruk óók je kind uit handen, en dat willen we niet. De sfeer hier is prettig, het is leuk om met de kinderen en hun ouders zo samen te werken op deze geweldige locatie. We nodigen jonge ouders van harte uit om langs te komen en te ervaren of deze vorm van kinderopvang hen aanspreekt.”

Adres: Mgr. v/d Weteringstraat 13
Meer info: www.kdodevilla.nl

Draaiouders Marnix en Lisa met enkele kinderen van de weekopvang (2023) – foto: Arnoud Wolff

Kunstroute door Oudwijk

Achter bijna 30 ramen in Oudwijk hangen in oktober kleurige kunstwerken die je via de Kunstroute kunt bekijken. Deze artistieke wandeling is samengesteld door Jepke Versnel, buurtgenoot en vrijwilliger bij Odensehuis Andante. Dit inloophuis, van oorsprong een Deens concept, vangt vier dagen in de week mensen op met beginnende dementie of geheugenklachten. Het zit op de eerste etage van het onlangs geheel opgeknapte Podium Oost. Odensehuis biedt veel creatieve activiteiten, bijvoorbeeld schilderen. Jepke heeft voor de Kunstroute een selectie gemaakt uit de prachtige creaties die bezoekers hier in de afgelopen jaren hebben gemaakt.

Dementie even vergeten
Jepke heeft zelf een creatieve achtergrond, maar wil niet alleen maar kunst maken. “Mensen vind ik net zo belangrijk. Als vrijwilliger bij Odensehuis kan ik beide passies combineren. Onze bezoekers vinden het heerlijk om creatief bezig te zijn, dan kunnen ze de zorgen over hun (beginnende) dementie even ‘vergeten’. Het leek met waardevol om iets met al die kunstwerken te doen, om het verhaal van onze bezoekers en dementie op een beeldende manier te verspreiden in de buurt. Dat is het doel van de Kunstroute.”

Bewoners enthousiast
Marianne Gloudi zet zich in voor stichting Alzheimer Nederland Gemeente Utrecht (ANGU), organisator van de Kunstroute. “In het kader van Dementievriendelijke Gemeente Utrecht organiseerden we vorig jaar de eerste Kunstroute, een groot succes! Het viel ons toen al op dat bewoners met groot enthousiasme hun voorramen aanboden om de kunstwerken te exposeren. Vaak wilden ze ook meer informatie, omdat bijna iedereen wel iemand kent in zijn omgeving met dementie. Opnieuw draagt Oost de Kunstroute een warm hart toe, zowel bewoners als winkeliers.”

Oudwijk een groot kunstwerk
Van de grote animo in de buurt en de ruime keuze uit mooie kunstwerken heeft Jepke dankbaar gebruik gemaakt om een aantrekkelijke en verrassende route uit te stippelen. “In bijna elke straat kun je deze maand iets moois ontdekken. Ik heb voor alle kunstwerken zo veel mogelijk een passend adres uitgezocht, zo is Oudwijk tijdelijk een groot kunstwerk geworden.”

De routebeschrijving met adressen en informatie kun je gratis afhalen bij Broodnodig, Podium Oost en wijnhandel Grapedistrict, of hier downloaden.

Over het Odensehuis Andante
Het Odensehuis Andante zit op de eerste etage van Podium Oost. Inloop is gratis, indicatie of diagnose is niet nodig: ook bij twijfel of eerste onrust ben je welkom. De vrijwilligers bieden een luisterend oor, organiseren activiteiten en hebben goede contacten met zorgaanbieders, mocht dat nodig zijn. Meer info vind je op www.inloophuisandante.nl

Jepke Versnel, samensteller van de Kunstroute in Oudwijk – foto: Arnoud Wolff

Avontuur in de Moestuin

Hij stapt uit de gele pipowagen, kijkt uit over de witte, besneeuwde wereld en daalt dan heel voorzichtig het trapje af … zo gaat de hoofdpersoon op avontuur in het fantasieboek De Moestuin. Schrijver Jules Groenendaal werkt al 20 jaar als vrijwilliger bij De Moestuin, de tuinderij annex zorgboerderij met groene winkel en biologische horeca aan de Laan van Maarschalkerweerd (naast Kampong). In het boek vertelt hij over het leven op de boerderij, waar in al die jaren honderden mensen zichzelf opnieuw hebben kunnen ontdekken. Brigida Almeida, van het vrolijke kaartenwinkeltje Brigida op de Jan van Scorelstraat, maakte de prachtige illustraties. In het boek noemt Jules haar liefkozend De Tekenares met wie de hoofdpersoon vele gesprekken voert.

Sociale oogst
Stichting De Moestuin is ruim 20 jaar geleden van start gegaan, een initiatief van Pieter Jagtman. Hij wilde biologisch tuinieren combineren met zorg. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, psychische beperkingen of een burnout, kunnen door te werken op de tuin in alle rust weer opbloeien. Sociale oogst noemt hij dat. Jules, die vanwege een burnout moest stoppen als leraar aan de Sociale Academie, is vrijwilliger van het eerste uur. “We begonnen met één kas, een oude schuur en een schaftkeet. Nu werken hier bijna 100 mensen onder deskundige begeleiding van (zorg)professionals.”

De natuur eist veel
In het boek leert de hoofdpersoon de mogelijkheden en beperkingen van zijn lichaam kennen. Daarmee kan hij de fysieke wereld ervaren, een avontuur dat Jules op De Moestuin zelf heeft beleefd. “Ik had altijd veel kennis in mijn hoofd en doceerde dat graag. Hier leer je bijvoorbeeld dat het koud is als je in de vroege ochtend moet schoffelen. Of dat je armen zwaar worden als je groente en fruit wast. Op een tuin eist de natuur veel van je: rijpe tomaten moeten nu eenmaal geplukt worden, ook als je er geen zin in hebt. Allemaal realiteiten waar je niet omheen kunt.”

Weer tot leven komen
“Ook ontdekte ik hoe belangrijk het is om écht contact te maken met mensen als je iets voor elkaar wil krijgen. In deze groene omgeving kun je dat leren. Zo raak je tijdens het schoffelen van de tuinen of het wassen van de sla makkelijker in gesprek dan in de spreekkamer van een therapeut. Minder tijdsdruk, meer ruimte om ook níks te zeggen als iemand even geen ‘gedoe’ aan zijn hoofd wil. Want je blijft samen in alle stilte lekker doorwerken. Zo kom je hier in je eigen tempo – net als alle gewassen en bloemen – weer tot leven. Daarin schuilt, naast de fysieke realiteit, ook de poëzie van een tuin. Mij heeft het goed gedaan en met dit boek wil ik dat avontuur graag delen met lezers en bezoekers van De Moestuin.”

Het boek is vanaf zaterdag 30 september te koop bij Brigida en in de winkel van De Moestuin voor €17,50.

Jules Groenendaal, schrijver van het boek De Moestuin. Foto: Arnoud Wolff

Speurtocht in het park

Hoeveel bomen staan er in het Wilhelminapark? Hoe komt het 125 jaar oude park aan haar naam? Waarom is de Moerascipres zo slim? Welke boom is de dikste, welke de hoogste? En welke vogels wonen er in al die bomen? De vrijwilligers van Stichting Wilhelminapark hebben een speurtocht uitgezet: al wandelend kun je de antwoorden vinden! In het park staan dertien houten paaltjes met elk een nummer. Met het boekje ‘Speuren in het Wilhelminapark’ in de hand kun je bij elk nummer kleine onderzoekjes doen en spelenderwijs de antwoorden vinden. Geschikt voor kinderen vanaf 7 jaar.

Het speurboekje is te koop voor de vriendenprijs van €2,50 bij Olijfje (Jan van Scorelstraat 81) en Zilveren Hamer (Jan van Scorelstraat 144).

Juno en Noor speuren in het boekje naar leuke weetjes over het park – foto Arnoud Wolff

Rondje Oude Reuzen
De vrijwilligers hebben een paar jaar geleden een andere wandeling samengesteld met de naam Rondje Oude Reuzen. Die voert langs de oudste en meest indrukwekkende bomen in het park. Zoals de Witte Esdoorn, met een omtrek van 5,80 meter de dikste. En de Baakse Populier de hoogste én met 135 jaar ook een van de oudste. En ontmoet reuzen met prachtige namen als Colchische Esdoorn, Kaukasische Vleugelnoot en natuurlijk de Trompetboom (nr 17), de best klinkende.
Meer info en kaart: www.oostkrant.com/oudereuzen/

Een andere wandeling langs oude bomen in het park

Atelierroute in Oost

Kunstliefhebbers opgelet! Op 23 en 24 september kun je in de stad 120 ateliers bezoeken. Ook in Oost gaan de deuren open: op 18 locaties ben je in onze wijk van harte welkom om kennis te maken met kunstenaars en de plek waar hun creativiteit vorm krijgt. Organisator van deze jaarlijkse Atelierroute is Kunstliefde, een genootschap dat in 1807 (!) is opgericht en zich sindsdien inzet voor de kunst in de stad. De Atelierroute is een landelijk initiatief, sinds 2007 doet ook Utrecht mee. Het hele programma met alle deelnemende ateliers en kunstenaars vind je op: www.atelierrouteutrecht.nl. En kijk hier voor het overzicht van deelnemende ateliers en kunstenaars in Oost.

Wandelroutes
De organisatie heeft ook een aantal fiets- en wandelroutes uitgezet zoals het ‘kunstzinnige’ ommetje Oost (5 km) door de Schildersbuurt en Abstede. Deze route voert o.a. langs de grote groene poort aan de Adriaen van Ostadelaan 54 die toegang geeft tot een honderd jaar oud pand, lang geleden een tassenfabriek. Het is tegenwoordig opgedeeld in atelierruimtes voor 12 kunstenaars waar hard gewerkt wordt aan schilderijen, beelden, mozaïeken, sieraden en foto’s. Nergens vind je zo’n creatieve energie als op dit idyllische binnenterrein! Dat is ook de charme van de Atelierroute: je bezoekt bijzondere, goed verborgen plekken in je eigen buurt.

De kunstenaars die ateliers hebben in de oude tassenfabriek Adriaen van Ostadelaan 54 – foto: Arnoud Wolff

Het Nieuwe Woonhuis

De eerste flat van Utrecht én een nieuw woonconcept: Het Nieuwe Woonhuis, opgeleverd eind 1923. Het initiatief kwam van een groep middenstanders (leraren, winkeliers en ambtenaren) die zich verenigden om zelf (uiteindelijk) 84 gestapelde woningen te kunnen bouwen. Niet alleen om de kosten te drukken (na de eerste wereldoorlog waren huizen en bouwmaterialen schaars en dus duur), maar ook om meer samen te leven, ze hadden een sociaal ideaal. Die sfeer is een eeuw later grotendeels behouden: het verloop is laag, bewoners doen veel samen.

Het Nieuwe Woonhuis aan de Rembrandtkade begin 1924 – foto: Het Utrechts Archief

Geen geriefelijkheden
De twee woonblokken langs de Rembrandtkade (48 woningen) en Albert Neuhuijsstraat (36 woningen) zijn gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School. Meest kenmerkend zijn de uitgebouwde, halfronde portieken. In 2001 is het complex uitgeroepen tot rijksmonument. Bij de oprichting van de bouwvereniging hadden de aanstaande bewoners meer luxe in gedachten, zoals gezamenlijke badruimtes en keukens, boodschappenliften, elektra en centrale verwarming. Maar de gemeente, die een bouwsubsidie verleende, zette door al die ‘geriefelijkheden’ een streep. Een dak boven je hoofd vonden de hoge heren al voldoende luxe …

Samen wonen
Het sociale ideaal bleef wel overeind. Er kwamen huisregels om het samenwonen te bevorderen en te bewaken. Zo mocht je de was niet op het balkon laten drogen, en bepaalde de vlagcommissie – tot op de dag van vandaag – wanneer en hoe de vlag uit moet. De woningen zijn in 1997 overgegaan naar Bo-ex, omdat een grootscheepse renovatie noodzakelijk was, iets wat de bewoners zelf niet konden behappen. Het sociale aspect bleef behouden door een actieve bewonersvereniging. Huurders dragen bijvoorbeeld gezamenlijk zorg voor het publieke groen rondom het complex.

Eeuwfeest
De aanmelding is wél veranderd: nieuwe huurders hoeven niet langer langs de ballotagecommissie, maar melden zich aan via Woningnet. En eigenaar Bo-ex heeft inmiddels een kwart van de sociale huurwoningen naar de vrije sector overgeheveld, wat tot een hoger verloop leidt. Niettemin is er nog voldoende Woonhuisgevoel voor een spetterend eeuwfeest, zaterdag 23 september op de Rembrandtkade.

Lees meer over Het Nieuwe Woonhuis in het jubileumboek (Geschiedenis van Utrechts Eerste Flats, 1919-1994) uit 1994.

Boven het net opgeleverde woonblok Het Nieuwe Woonhuis langs de Minstroom, rechtsboven de nieuwe Aloysiuskerk. Op de voorgrond de Emmakliniek met uitzicht op het Wilhelminapark – Het Utrechts Archief
Hobbemaplantsoen (toen nog zonder het beeld van Jan van Scorel) met linksachter het woonblok van Het Nieuwe Woonhuis aan de Albert Neuhuijsstraat @1925 – Het Utrechts Archief
Tekening Albert Neuhuijsstraat door overbuurvrouw Marina Coster
Jubileumboekje uit 1994

Wachten op groen licht

De nieuwe fietsroute naar het Utrechts Science Park is klaar en de kruising aan het begin van de Platolaan is opnieuw ingericht. Toch staat er nog een roadblock op de Platolaan, fietsers moeten nog geduld hebben. De oorzaak ligt verderop, bij de stoplichten op het Sciencepark.

Inregelen van de stoplichten
Volgens de projectmanager was het doel om het nieuwe fietspad op 4 september, dus vóór de start van het academisch seizoen, in gebruik te nemen. “Helaas zijn we flink vertraagd, omdat de verkeersregelinstallatie (VRI, de stoplichten) bij de fietsovergangen Sorbonnelaan en Padualaan is gekoppeld aan de tramoversteken. Vanwege het nieuwe fietspad moet de VRI daar opnieuw worden ingeregeld, een hele klus. De tram mag tijdens de werkzaamheden niet rijden, dus zijn we gebonden aan de (tramloze) weekenden. Om de drie betrokken aannemers tegelijkertijd op één dag in een weekend in te plannen blijkt vooralsnog lastig. We mikken nu op het weekend van 1 oktober. Tot die tijd mag de fietsroute om veiligheidsredenen niet open, ook niet deels. Heel vervelend, we vragen hiervoor begrip.”

Fietspad tot de wetenschap
Het weinig gebruikte fietspad langs de Weg naar de Wetenschap aan de huizenkant van Rijnsweerd is verbreed, zodat daar – net als aan de zwembadkant – fietsverkeer naar en van naar het Sciencepark in twee richtingen mogelijk wordt. Fietsers vanuit de wijk moeten wél al ver voor het kruising op de Platolaan schuin oversteken om op dat fietspad te komen. Een ingewikkelde constructie, zie de witte pijlen op het plaatje.
De gemeente wil met deze nieuwe route studenten, werknemers en bezoekers die met de fiets van centraal station naar het Sciencepark reizen meer snelheid en comfort bieden. Ze hoeven de drukke kruising bij de Platolaan, waar ook de tram rijdt, niet meer over te steken. Fietsers, auto’s en voetgangers richting zwembad, Amelisweerd, stadion Galgenwaard en de sportvelden van Kampong moeten de kruising nog wél over, voor hen verandert er niks. De nieuwe fietsroute is doorgetrokken tot aan het universiteitsterrein. Lees hier het hele plan.

Twijfels over veiligheid
In de zogenaamde reactienota zijn alle kritiekpunten van bewoners en belangengroepen verzameld, met een reactie van de gemeente. De fietsersbond blijkt zeer tevreden met de nieuwe route, bewoners en de voetgangersvereniging afdeling Oost (VVUO) minder. Zij merken op dat er op de Weg tot de Wetenschap straks twee brede fietspaden liggen, een autoweg en een trambaan. Maar géén voetpad. Ook de ruimte voor buurtbewoners om over te steken naar zwembad, tramhalte, Amelisweerd en sportvelden wordt minder. Er zijn grote twijfels over de verkeersveiligheid met al die kruisende verkeersstromen. De gemeente weerlegt de kritiek door te stellen dat ‘lopen’ buiten de reikwijdte van dit ‘fietspad’-project valt, en het belang van de vele fietsers hier sowieso zwaarder weegt dan dat van (lopende) bewoners …

Kritiek op de inspraak
Uit de reactienota blijkt ook dat een groep bewoners rond de Wim Sonneveldlaan ontevreden is over het inspraakproces. Blijkbaar heeft de gemeente de plannen afgekaart met een zogenoemde Klankbordgroep Rijnsweerd die mocht kiezen uit 9 mogelijke routes. Maar niemand weet wie de leden zijn en waarom juist deze variant is gekozen. De ‘Sonneveldlaan’ vreest dat de ontsluiting vanuit hun buurt, zowel met auto als met de voet, door de nieuwe fietsroute wordt beperkt, zeker in spitstijden.